20 augustus 1989, een warme zomerdag en ik ging zwemmen met vrienden. Ik stond halverwege in het water, duik richting het diepe en kwam met mijn hoofd in een zandbank.
Ik verdronk, maar werd na reanimatie opnieuw tot leven gewekt. Maar ik was vanaf mijn nek verlamd voor de rest van mijn leven. Ik werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht en daarna bracht ik 18 maanden door in een revalidatiecentrum om te leren omgaan met mijn verlamde lichaam. Ik verloor mijn onafhankelijkheid, privacy en zelfstandigheid en ben dus tot op dag van vandaag volledig afhankelijk was van anderen.
Het gaat over vastberadenheid en nieuwe doelen in het leven vinden. Ik weigerde mijn leven door mijn ongeluk te laten definiëren. Ik wil juist laten zien dat zelfs bij tegenspoed alles mogelijk is als je bereid bent om ervoor te vechten.
Verhaal:
Ik lig op een tombe waar ik een strijd lever op leven en dood. De mist is symbolisch voor de schemerzone waar het hemelse licht doorschijnt. Ik fantaseerde als 19-jarige over sensuele verpleegsters en dokters rond mijn bed. Laat dan tenminste iets leuk zijn. Maar bigbrother hield mij 24 uur per dag in de gaten.
De pijnmedicatie verminderde mijn pijn door zwevende gedachten te creëren.
Ik verloor mijn geloof definitief, maar anderen lotgenoten ontdekte het. Vriendschappen gingen ook verloren in mijn tweede herrijzenis. Er heerst groot verdriet om mij heen. Maar ik bleef strijdvaardig. Maar is de wereld rechtvaardig en zal zij mij accepteren om de mens die ik was, ben en ben geworden.